Onderwerpen
VOORZAAIEN
Zaaien op Sint Valentijn. Hoor ik hier en daar obsceen gegrinnik? En toch is half februari de geschikte tijd om voor te zaaien.
Met voorzaaien wordt in feite bedoeld dat je zaken gaat zaaien vooraleer het de echte tijd is om dat te doen, om dus vroeger resultaten te hebben of om door een langere groeitijd te verschaffen planten de kans te geven om een volwaardige oogst af te leveren.
De voorbeeldgewassen bij uitstek zijn tomaten, paprika's en aubergines.
Je kan dat echter ook toepassen bij menig andere planten om ze vroeger tot bloeien te krijgen en dat kan soms een jaartje verschil uitmaken.
Voorzaaien doe je in de knusse warmte binnenshuis, tenzij je over een verwarmde serre of kweekbak beschikt. Maar de meeste onder ons doen het met wat kunst- en vliegwerk en dat tracht ik hier uit te leggen.
Bij het voorzaaien gebruik ik kleine zaaibakjes. Je kan ze kopen in de handel, maar even goed lukt het met plastic bakjes waarin fruit, groenten, gebak of vlees verpakt werden. Goed reinigen vooraf voorkomt al één risico op schimmelvorming.
Meestal raadt men bakjes aan met drainagegaten, wel, ik doe dat niet. Je zet jouw bakje immers te kiemen in de buurt van een verwarmingselement bij jou in huis. Het zou zonde zijn dat jouw schouw of vensterbank beschadigd wordt door het doorsijpelende vocht van je bakje. Zelf maak ik bovendien gebruik van kookpot-onderleggers om direct contact tussen zaaibakje en schouw te vermijden. Vul het bakje met het substraat naar keuze. Er is speciale zaaigrond in de handel, maar je kan ook twee derde gezeefde potgrond mengen met één derde zand of gewoon pure potgrond gebruiken, al is er dan kans op kiemrot of schimmelvorming . Tuingrond is meestal minder geschikt hiervoor. Zaai dun, wat geen probleem zou mogen zijn bij gekochte zaden omdat er meestal maar een beperkt aantal zaden inzitten, maar bij zelf verzamelde zaden is dat wel een issue. Giet het bakje goed met een vernevelaar of minigietertje, dat je ook zelf kan maken door de wat bredere plastic schroefdop van een plastic fles te doorboren met een naald op verschillende plekken.
Vervolgens dek ik het af met een doorschijnende folie om overmatig vochtverlies te voorkomen tot de kieming optreedt. Tomaten en aubergines kiemen goed bij zo'n 20°C, voor paprika's mag het nog iets warmer. Vanaf je merkt dat de kieming optreedt, verwijder je de folie. De nabijheid van verwarming kan zorgen voor spoedige uitdroging ,dus hou de vochtigheid van het substraat in het oog, maar zorg tevens dat de kiemplantjes niet verzuipen in de modder.
Zolang er geen kieming is, hoef je geen licht te voorzien, tenzij je lichtkiemers gezaaid hebt, maar bij de bovengenoemde nachtschadeachtigen hoeft dat niet. Als de kiemblaadjes zichtbaar worden, kan bijlichten nodig zijn. Op mijn schouw is het behoorlijk donker en al snel worden de zaailingen door de combinatie van warmte en gebrek aan licht stakerig, week en scheefgroeiend. Er zijn groeilampen in de handel, maar ik laat het werk verrichten door een oude bureaulamp en een spaarlamp die kort boven het bakje hangt.
Na een paar dagen mogen de bakjes kouder staan. Een raam op het zuiden of een veranda zijn ideaal. De koude bak of serre zijn ongeschikt bij zo'n vroege uitzaai, omdat de kans op stevige vorst en koude nog te groot zijn. Zelf plaats ik ze in de veranda die op 8°C minimum en gemiddeld 12°C wordt gehouden. Denk eraan dat wanneer de eerste echte blaadjes verschenen zijn, je de zaailingen moet verplanten in grotere potjes ...én daar ook nog plaats moet vinden in jouw beschutte omgeving.
Doorgaans kan je pas in de loop van april uitplanten in de volle grond van de onverwarmde serre, die een sporadische nachtvorst van 3 à 4 graden kan opvangen, maar geen late ijsdag. In de volle grond is dat pas na half mei...dus voorzaaien in februari is minder geschikt
voor deze planten omdat deze dan al te groot en vaak verzwakt zijn. Wacht hiermee tot in maart.
Zeer vroege vogels, zoals ik(nu ja, wat dit betreft dan), kunnen zelfs eind januari beginnen voor te zaaien, wanneer je bijvoorbeeld in je verwarmde veranda tomaten wil kweken. Na een eerste verplanting zet je ze in plaats van in de volle grond in een ruime kweekpot, die je op zijn beurt in een gesloten grotere pot of bak plaats. Zo merk je meteen wanneer de plant vocht nodig heeft. Je giet dat op de potgrond of in de ruimere pot, niet op de plant! Tegen de zomer moet je dagelijks of zelfs meermaals per dag nakijken of de plant nog voldoende vocht heeft. Geef regelmatig meststof voor tomaten. Zet een steunstok naast de plant zodat je hem kan opbinden naarmate hij opgroeit. Kies voor een soort kerstomaten. Je hoeft dan geen zijscheuten te verwijderen (wat 'dieven' genoemd wordt) en zij rijpen sneller. Vorige jaren kon ik op die manier begin juni reeds de eerste rijpe tomaatjes proeven. Nadeel, zo'n tomatenplant is nu niet bepaald de mooiste om de veranda op te fleuren en let op een eventuele aanval van blad- of wolluizen en witte vlieg.
Nog enkele tips bij het voorzaaien:
-gebruik kleine bakjes, die zijn gemakkelijker te hanteren en te verplaatsen.
-zaai je toch meerdere rassen in één bakje vergeet de zaairijtjes of vakjes dan niet te labelen.
-zaai geen paprika's en tomaten in hetzelfde bakje: tomaten kiemen veel sneller dan paprika's, die zelf meer warmte nodig hebben.
-je kan twee weken later nogmaals voorzaaien als back up, voor het geval er iets mis loopt.
-je kan na het zaaien en voor het gieten een bovenlaagje van perliet of vermiculiet strooien, dat beperkt schimmelvorming.
-controleer je zaailingen af en toe op aantastingen van bladluizen.
Tenslotte nog iets over andere planten die je kan voorzaaien. Wanneer je eenjarige bloemen voorzaait met een beperkte bloeiperiode, bedenk dan dat ze weliswaar eerder bloeien, maar ook eerder uitgebloeid zijn!
Bij sommige twee- of meerjarige soorten kan je soms tot een jaartje uitsparen door voor te zaaien. Ik testte Penstemon 'true blue' en 'Erysimum cheiri' uit van wie beweerd dat ze in hetzelfde jaar van uitzaai konden bloeien indien vroeg werd voorgezaaid. Bij de muurbloem (Erysimum) lukte dat perfect, terwijl ik bij de Penstemon een jaartje langer geduld moest hebben om deze bijzondere blauwe soort te bewonderen.
Voorjaarsbollen een tweede leven geven
Lente brengen in de wintermaanden. Wij doen dat door massaal kleine potjes aan te schaffen gevuld met krokussen, blauwe druifjes, hyacinten en narcissen waarvan het ras 'Tête-à-Tête' (foto in bovenbalk op homepagina) het bekendst is. Na één of twee weken is de bloemenpracht over en rest enkel een zielig uitziend potje dat uitnodigt om weggegooid te worden.
Doe dat niet, maar plant de inhoud uit in jouw tuin. Je kan het integraal uit zijn pot halen en inplanten in een lage border, gazon of zelfs in een iets grotere pot, die je ergens uit het zicht wegzet. Meestal zullen zij jouw inspanning belonen met opnieuw te bloeien het jaar daarop.
Vanzelfsprekend moet je het verwelkend loof zijn gang laten gaan tot het volledig bruin is en bij de minste snok van de bol verwijderd kan worden.
Bij tulpen moet ik enige nuance aanbrengen, al worden die eerder als snijbloem dan als complete potplant aangeboden: de vaak lagere botanische tulpen herbloeien over het algemeen behoorlijk, maar de hogere soorten doen dat veel minder. Toch blijft het de moeite om ze een tweede kans te geven. Bloeien ze toch, dan doen ze dat op een moment dat de andere vaste gewassen nog in volle opgroei zijn. Wat gratis, extra kleur is in het voorjaar altijd goed meegenomen.
Hoe herken je of een opkomende tulp gaat bloeien of niet? Indien er slechts één enkel los blad opkomt, zal die bol dat jaar niet bloeien. Laat hem staan en voeding opslaan tot volgend jaar.(foto hieronder)
Komen er minstens twee per bol op, dan gaat die bloeien, of zal dat althans proberen. Indien er toch te weinig voedingsstoffen aanwezig zijn, kan de knop nog verdrogen, of muizen kunnen de bol ondertussen ontdekt hebben en opeten. Laat ons daar niet vanuit gaan en hopen op een mooie bloem. Hieronder herplante tulpen die wel gaan bloeien.
WANNEER WAT ZAAIEN?
Over voorzaaien op St. Valentijn heb ik het al gehad. Een maand verder (half maart) wordt het stilaan tijd om de pakjes zaad boven te halen of aan te schaffen, nu de grond stilaan opwarmt. Vergis je echter niet, het kan nog pittig vriezen in de lentemaand. Voor tomaten-, aubergines en paprika's wordt het nu stilaan tijd om ze voor te zaaien voor een latere buitenteelt. Denk eraan , je moet een geschikte plaats hebben om ze verder op te kweken. Beschik je daar niet over, koop dan planten in de handel. In beide gevallen is het belangrijk een juiste keuze te maken qua soort. Kies bewust voor soorten die voor buitenteelt geschikt zijn en vooral bestand zijn tegen 'de ziekte'. Eens aangetast zijn de planten waardeloos en kan je de opbrengst vergeten. Dus minder aandacht voor de tomaat zelf en meer kijken naar de sterkte van het ras. Prima Bella met vrij kleine tomaten is zo'n buitenras.
Als je tomaten en paprika's overtunnelt heb je meer keuze. De ziekte treedt vooral op in warme en vochtige omstandigheden. Ventileren is belangrijk. Omdat je voor eigen gebruik vaak maar één of twee komkommerplanten nodig hebt, kan je die wellicht beter aanschaffen als de tijd rijp is voor onder glas (mei). Ook om vollegronds courgettes te zaaien is het te vroeg, maar wie bijvoorbeeld een klimcourgette onder glas kweekt, kan deze maand voorzaaien in niet te kleine kweekpotjes. De plantjes groeien snel.
Ik ga nu geen zaaikalender herkauwen, maar geef deze tip weer: kijk op het pakje! Daar staat steeds waar en wanneer je best zaait en wanneer je de oogst of bloei mag verwachten.
Je kan altijd met een beperkt aantal zaadjes de zaak vervroegen door binnen voor te zaaien, maar doe dat niet voor gewassen met een penwortel (wortel, pastinaak), want meestal verdragen zij verplantingen erg slecht of krijgen misvormde wortels. Teelten zoals bijvoorbeeld groenlof , vervroeg je best niet ; zaailingen voor hun tijd gezaaid schieten vaak vroegtijdig door. Zaaiingen afdekken met een folie of gaasdoek beschermt tegen koudegolven en insectenvraat. Maar hou toch voor alle zekerheid de jonge plantjes in het oog. Bladluizen kunnen op enkele dagen jouw zaaigoed belagen en vooral slakken kunnen een ware ravage teweegbrengen. Meestal biedt een gaas of folie wel bescherming tegen vogelvraat, want ook zij lusten, net als een oude bok, een jong groen blaadje. Op locaties waar veel wilde konijnen zijn, kan je ook beter op jouw hoede zijn.
DE GROTE UITZAAI
April is dé maand bij uitstek om het gros van de zaden aan de aarde toe te vertrouwen. Helaas is dat maandje vaak pittig wispelturig. Enkele tips kunnen helpen.
- Zaai niet wanneer de grond er ijskoud bijligt of wanneer ,zoals hierboven ,er nog een late winterprik opduikt. Uitzaaien bij zo'n weer heeft geen zin en kan enkel achterstand veroorzaken. Wacht tot de temperaturen stijgen tot normale waarden (ca 12-15 °C).
-Verwerk nooit verse stalmest in een zaaibodem. De aanwezige ammoniak doodt de kiemen.
Oude stalmest is daarentegen een aanrader wanneer je ter plekke zaait. Een zaaibed, waarvan je daarna de plantjes ter plekke uitzet, bemest je best niet!
-Zaai nooit te dicht, als de zaailingen geen ruimte hebben, groeien zij zwak op. Vaak heb je die neiging 'voor het geval de kieming onregelmatig zou zijn', maar wees gerust als je over slecht zaaigoed beschikt, helpt dik zaaien ook niet. Je kan droog wit zand mengen onder fijn zaaigoed om dat wat te beperken. Hoe dunner je zaait, hoe minder je achteraf moet uitdunnen en dat is bij wortelen bijvoorbeeld niet alleen tijdrovend, maar ook nog eens riskant want bij het uittrekken van de overtallige zaailingen verspreid je de wortelgeur die de wortelvlieg aantrekt.
-Als je zaait in tijden van droogte, vergeet dan niet het zaaibed nat te houden. Een kort buitje helpt ook niet en is vaak zelfs nefast, want door de kleine geut kunnen de zaden weliswaar kiemen, maar als de droge zandbak daarna terugkeert ,sterven zij uitgedroogd af.
-Bedek het zaaibed, indien mogelijk met een vliesdoek of folie. Dat voorkomt verdamping, beschermt tegen schadelijke insecten, vogelvraat en verhoogt de bodemtemperatuur. Neem voorzorgsmaatregelen dat het niet kan gaan vliegen bij een aprilse windvlaag.
-Controleer jouw zaailingen frequent op beschadigingen van luizen, kevers, slakken, vogels, konijnen,... Hopelijk hoef je nog net niet je tent erbij te zetten om de wacht te houden (grapje).
-Vorstgevoelige zaailingen dek je best af tijdens een koudegolf met een folie of vliesdoek. Hier en daar kan er toch wat vorstschade zijn op plaatsen waar het blad de folie raakt, maar meestal zullen zij het euvel overleven.
-Er zijn diverse zaai-apparaatjes te koop om het zaaien te vergemakkelijken. Kijk na voor welke zaden zij geschikt zijn.
-En vooral...kijk de zaaitijden na op de verpakkingen van de zaden. Sommige groenten zoals groenlof mag je nu nog niet zaaien, tenzij je een doorgeschoten plant leuk vindt.
TUSSEN PASEN EN IJSHEILIGEN
Wie niet vertrouwd is met de zogenaamde ijsheiligen, wel dat zijn kalenderheiligen die vallen van 11 tot 15 mei. Traditioneel gelden zij als de laatste barrière voor volledig vorstvrije dagen, maar wees gerust , de weergoden hebben daar al vaker hun goddelijke voetjes aan geveegd en zelfs tot in juni de grond wit doen uitslaan in de vroege ochtend. Andere jaren vriest het niet meer na eind april. Conclusie : het is voor tuiniers een lastige periode om te beslissen of de eerder tere zaailingen al naar buiten kunnen of niet. Als je over de mogelijkheid beschikt om ze te laten wennen aan de buitentemperaturen, gebruik dat dan. De overgang vanuit de verwarmde huiskamer wordt beter verwerkt als dat via het tussenstation 'koude bak of koude serre' gebeurt . Wie daar niet over beschikt kan ze overdag, bij mooi weer, buiten zetten en 's avonds weer binnenhalen...maar dat is best arbeidsintensief. Zet ze niet meteen in volle zon, zeker niet als ze wat weekjes zijn opgegroeid achter het vensterraam. Gevaar op verbranding door de zon is dan reëel. Staan de zaailingen nog in piepkleine potjes ,dan kan het nodig zijn om die in wat grotere potjes te verplanten. Een te lang verblijf in kleine potjes kan de groei danig belemmeren of zelfs een vroegtijdige bloei uitlokken zonder dat de planten volwaardig uitgegroeid zijn . Dat kan onder meer het geval zijn bij siertabak (Nicotiana). Wat kan tegen vorst en wat niet? Het zaadpakje zou je daar moeten bij helpen. Als daarop staat dan je vanaf maart kan buiten zaaien, dan kunnen de kiemplantjes tegen een stootje. Raden zij aan te zaaien vanaf eind april of mei, dan is dat vaak niet het geval. Heb je ze uitgeplant en voorspellen ze grondvorst, dan kan afdekken met een folie enige bescherming geven of een lichte mulch van bijvoorbeeld droge bladeren. Gebruik zeker geen natte bladeren want die zouden de jonge plantjes verstikken. Vergeet de zaailingen niet te gieten, een klein potje is snel uitgedroogd bij zonnig weer.
BESTUIVING IN DE SERRE
De tomaten- en komkommerplanten komen stilaan in bloei, maar de bloemen moeten ook in de afgesloten ruimte van de serre bestoven worden. Zowel komkommers als tomaten moeten bovendien een steun krijgen om de hoogte in te gaan. Dat kan met steunstokken of leidraden. Ik geef persoonlijk de voorkeur aan leidraden: boven in de serre moet je eerst stevige horizontale draden spannen, ik verkies metaaldraden die best wat gewicht kunnen hebben. Daar waar een plant staat, neem je een koord van bijvoorbeeld jute met een lengte van 10 tot 15 centimeters groter dan de afstand tussen bodem en top van de serre. Je moet immers de koord zowel aan de horizontale draad als aan de plant binden en de plant moet je rondom de draad kunnen winden. Bind de draad losjes rond de stengel, want die zet nog uit tijdens de groei en voorkom op die manier wurging door een te strakke lus. Je kan ook de koord onder de plant ingraven bij het planten, maar daarvoor is het nu te laat tenzij je ze nog niet geplant hebt. Bij komkommers, meloenen en courgettes moet je het stuifmeel van een mannelijke bloem op een vrouwelijke stamper brengen. De vrouwelijke bloemen zijn zeldzamer en gemakkelijk te herkennen aan het vruchtbeginsel onderaan de bloem. Breek een mannelijke bloem af, verwijder het gele bloemblad en wrijf het stuifmeel tegen de top van de stamper.
Bij tomaten en paprika's kan je het eigen stuifmeel gebruiken van de bloem zelf, bij tomaten voldoet het zelfs met de bloemen dagelijks te trillen, dus kort trillend schudden met de steunstok is dan voldoende. Bij leidraden kan je kort slagen met een stok op de horizontale draad, zodat alle verticale draden tegelijk beginnen te trillen en de bloemen hun stuifmeel loslaten. Doe dit rond de middag: de bloemen zijn dan goed open en droog en lossen sneller hun stuifmeelkorrels. Als het weer zonnig en warm is, kan je een extra hulp inschakelen: de hommels. Zij worden in de beroepsteelt speciaal ingezet om tomatenplanten te bestuiven, maar als de ramen of deuren opengaan, kun je ook de hommels in jouw serre aantrekken.
Ik plant een sierpapaver en vingerhoedskruidplant tegen het glas van de serre. Die fungeert als blikvanger en die bloemen zijn onweerstaanbaar voor hommels. Eens binnen zullen zij zich ook ontfermen over de tomatenbloemen.
NA DE BLOEI
Deze rubriek is zowat de schraalste en lelijkste rubriek die ooit verschenen is in een tuinblog. Geen foto's en filmpjes van prachtige bloeiende planten, maar vaak trieste beeldjes van hoe planten eruit zien eens ze uitgebloeid zijn. Bij de ene kan dat nog meevallen, anderen laten zich gemakkelijk 'fatsoeneren' en bij nog anderen draai je wellicht je hoofd weg om niet depressief achter te blijven. Deze rubriek zal geleidelijk worden opgebouwd.
Deze KROKUSSEN stonden in een schaal. Eens uitgebloeid kan je ze in een hoekje uit het zicht wegzetten in afwachting tot de bladeren bruin worden en gemakkelijk los laten. Je kan ze later uitplanten in de tuin of opnieuw in een schaal zetten. Vergeet ze niet af en toe water te geven. In de tuin stellen de grasachtige overblijfselen weinig problemen. Na hun bloei komen de vaste planten op en die nemen het schrale zicht weg. Eens bruin haal je de sprieten weg. In het gazon stelt zich wel een probleem, want je zou moeten wachten met maaien tot het loof bruin is...en dan zijn wij zo ongeveer eind april/ mei. Dat vormt dus wel een dilemma.
Uitgebloeide NARCISSEN staan slordig, toch wat de verwelkte bloemen betreft. Gelukkig raadt men aan die na de bloei te verwijderen omdat ze energie opslorpen bij de zaadvorming die anders ten goede komt aan de bol. Dus breek de verwelkte bloemen eruit. Het loof blijft nog een tijdje groen, maar ondertussen komen ook hier de vaste planten op. Enkel als de bladeren geel en bruin kleuren staan zij slordig tussen de vaste planten, we zijn dan vaak mei/juni. Als zij loslaten verwijder hen dan, zo staat je border er terug netjes bij. Eventuele gaten kan je opvullen met langbloeiende eenjarigen zoals cosmea bijvoorbeeld.
Voor HYACINTEN en MUSCARI'S geldt hetzelfde als voor narcissen, de verwelkte bloemen verwijder je best.
Het loof staat vaak sneller slordig, maar weggooien hoef je de plant niet, want meestal komen ze jaarlijks terug.
LAVENDEL, zo geliefd in vele tuintjes. Na de bloei die helaas maar een paar weekjes duurt, knip je de bloeistelen af. De planten blijven dan vrij behoorlijk qua uitzicht. In het voorjaar, nadat de strengste vorst geweken is, snoei je de struikjes nogmaals. Let hierbij op dat je steeds nog groene scheutjes aan de struik ziet. Vaak schieten zij niet uit wanneer tot in oud kaal hout worden geknipt en sterven dan af. Na enkele jaren worden zij houterig of sterven af. Geef de voorkeur aan laagblijvende soorten zoals 'hidcote'. Vergeet ook niet opkomend onkruid te verwijderen, want dat nestelt zich maar al te graag tussen de lavendeltakjes.
MAGNOLIA'S in bloei zijn prachtig. Magnolia stellata, ook wel stermagnolia of beverboom genoemd, is de vroegste, de andere magnolia's volgen later. De bloei is vrij kort en de laatste bloemen zijn nog niet open als de eerste hun bloemblaadjes reeds afstoten, maar daar malen wij ons niet over. Omwille van hun vroege bloei én hun vorstgevoelige bloeiwijzen kunnen zij op een nacht van een bloemenpracht in een hoopje miserie veranderen. De foto hierboven en onder tonen het gevolg.
PRIKNEUS (Silene coronaria voorheen Lychnis coronaria) is een gemakkelijke, maar kort levende vaste plant. Hij zaait zich wel uit als hij daartoe de kans krijgt. Hij bloeit van juni tot augustus met fraaie magentakleurige bloemetjes . De bladeren voelen viltig aan en zijn groengrijs van kleur. Je kan opteren om de bloeistengels te laten staan zoals hierboven op de foto of je kan ze verwijderen , zodat enkel de bladrozetten zichtbaar zijn. Maar na enkele jaren kunnen ook die wegkwijnen en is de plant aan vervanging toe.
TULPEN die verwelken vormen een probleem voor wie ze een tweede kans wil geven. Wie ze na de bloei niet overhoudt, kan ze gewoon uittrekken en iets anders planten. Voor wie ze wil bijhouden kan je een onderscheid maken tussen tulpen in pot en vollegrondstulpen. In beide gevallen is het nuttig om de stampers, die zich tot zaaddozen gaan ontwikkelen af te breken. De stengel en bladeren laat je staan, ook al is het geen fraai zicht. Potten kan je wegzetten op een niet in het oog springend plekje, bijvoorbeeld in de buurt van jouw waterton of vuilbakken. Zolang het blad groen is, geef je best nog water tenzij het regent natuurlijk.
In de loop van juni wordt het blad bruin en kan je het verwijderen of de bollen rooien. De dikste kunnen bloemen vormen, de kleinste zeker niet. In het beste geval kunnen die op een wachtbed gezet worden. Wie de potten voor andere planten nodig heeft, kan ze in de tuin uitplanten en daarmee komen we bij de vollegrondstulpen. De meestal kleinere botanische tulpen komen jaarlijks terug, het zou zonde zijn om het blad voortijdig te verwijderen. Andere soorten zijn wisselvalliger wat dat betreft en het loof is echt geen juweel. Je kan ze verplanten naar een andere plek of in een pot zetten tot het loof afsterft. Hun locatie camoufleren door er grote potten voor te zetten of snelgroeiende, hogere zomerplanten voor of tussen te zetten, zodat de schrale planten slechts kort het uitzicht bederven, is ook een optie.
VERGEET-MIJ-NIETJES (Myosotis) zijn tweejarige planten. Na de bloei staan zij er slordig bij, maar als je gratis planten voor volgend jaar wenst, laat je ze best nog even staan, tot de zaden rijpen, zowat eind mei. Vergeet-mij-nietjes zaaien zich meestal vrij gemakkelijk uit met hun kleine zwarte zaden. Wens je ze op nog andere plaatsen in jouw tuin? Trek dan de plant uit en schud er goed mee op de plaats van bestemming of leg het lover er nog een tijdje neer. Daarna kan het restant in de compostbak.
Tijdens de zomer verschijnen groene plantjes die je eventueel nog kan verplanten. Omstreeks april, in volle tulpenbloei, zullen zij op hun beurt jouw border fraai blauw opkleuren. Als de zomer in aantocht is, hebben zij het beste van zich gegeven. Deze bloemetjes groeien quasi overal tot in weiden en braakgronden toe.
WATER GEVEN
Planten hebben water nodig. de ene veel, de andere weinig, maar allemaal hebben ze het nodig, behalve de plastieken, maar dat zijn geen planten. Cacteeën en succulenten hebben weinig nodig, zeker tijdens het winterseizoen kan je wekenlang de gieter achterwege laten, al hangt het ook af van de omgevingstemperatuur, maar dan zijn de meeste in rust. Moerasplanten daarentegen staan graag nat tot zelfs een beetje in het water, maar wat doe je met al die soorten die daar tussen hangen?
Overwateren doodt meer planten dan droogte én dan bedoel ik niet gieten met een menselijk plasje. Teveel water geven doet de wortels rotten, waardoor menige plant afsterft. In gesloten potten is het gevaar op teveel het grootst. In de tuin of bij gedraineerde potten is de kans daartoe kleiner tenzij je in overstromingsgevoelig gebied woont. Let daarop bij jouw plantenkeuze.
Als de droogte toeslaat zijn vooral de potten gevoelig voor uitdroging. De tuin kan er een tijdje tegen , maar als de droogte aanhoudt, kunnen menig tuinier het niet aan om de tuinslang langer binnen te houden. Planten als gazongras herstelt meestal redelijk goed na droogte, maar fraai is het zeker niet. Bij andere soorten als de geliefde hortensia's kan dergelijk droogte nefast zijn en is water geven een must. Ook recent geplante gewassen moeten doorgaans vochtig gehouden worden tot de wortels zich hebben kunnen ontwikkelen, wat niet wil zeggen dat je voor de rest van hun bestaan met de gieter klaar moet staan, want anders worden zij lui en vertrouwen op de terugkerende watergift. Ze wat droger houden stimuleert de wortelvorming en dwingt hen het vocht dieper te zoeken.
Wanneer moet je dan water geven? Als ze het nodig hebben en bij sommige kan je dat merken, ze laten hun bladeren en bloeiwijzen hangen; Enkele uurtjes na de watergift staan de meeste er dan opgefleurd terug bij.
Over het tijdstip om de tuin te gieten wordt steeds aangeraden om niet tijdens de hitte van de zomerdag te gieten omdat dat de plant kan verbranden en het water vaak verdampt voor de wortels er gebruik van maken . Die stelling is correct, maar in noodgevallen, wanneer de plant volop verwelkt, kan je toch beter jouw gietkan boven halen. Geef het water dan onmiddellijk bij de basis van de plant zodat hij er sneller gebruik van kan maken. Automatische gietsystemen voor de tuin ( buiten de gazonsproeiers dan) hebben vaak een druppelsysteem vlak bij de plant.
Zeker voor kamerplanten en serreplanten giet je best met regenwater dat op de omgevingstemperatuur werd gebracht, koud leidingwater wordt minder geapprecieerd al zullen de meeste planten dat verkiezen boven een uitdrogingsdood. Een scheutje warm water in de kan koud water kan de temperatuur al een stuk draaglijker maken, maar overdrijf niet want te warm water is ook schadelijk. Fris tot licht lauw, verder zou ik hiermee niet gaan.
Is het beter om 's morgens of 's avonds te gieten? Ik zou zeggen , bekijk jouw planning! De temperaturen zijn dan doorgaans koeler dan tijdens de dag. 's Avonds kan het nog vrij warm zijn, maar naarmate de nacht vordert treedt er steeds meer koelte op. 's Morgensvroeg is het meestal het koelst, maar warmt het snel op. Misschien een extra reden...de vraatzuchtige slakken zijn actiever tijdens nacht en vroege ochtend, dus wie 's avonds giet maakt jouw tuin wellicht aantrekkelijker voor die ongewenste gasten. Een ochtendsproeibeurt beperkt hun actieve vreettijd, neem ik aan...en je kan dan tegelijkertijd de opduikende exemplaren van de planten plukken.
HET KOOLEXPERIMENT
Een leuk ideetje om uit te proberen en zeker interessant voor de kinderen. Tijdens het winterseizoen wanneer kool regelmatig op het menu staat, gebeurt het wel eens dat er een half exemplaar wekenlang in de onderste lade van de ijskast verzeild geraakt. Na verloop van tijd ziet het restant er echt niet fris meer uit en kan je kiezen tussen de compostbak, de vuilnisemmer of je kan dit experiment uitproberen.
Voorwaarden zijn: het moet om een rode, witte of spitskool gaan, dus een sluitende kool die onder de kool wordt afgesneden. Wanneer je de kool in de keuken verwerkt moet je ze horizontaal verwerken, zodat het onderste gedeelte intact blijft. Je kan tot de helft of drie vierde van de kool oogsten. Onderaan kan je vaak al een begin van nieuwe wortelgroei opmerken. Plant ze in de tuin, geef ze water en laat begaan. In het midden groeit in de lente de kool uit, eerst met een uitstulping, daarna komt de bloeistengel zoals hierboven op de foto. In mei of juni volgen de gele bloemen die door hommels bezocht worden. De bloeistengel bloeit rijkelijk en wordt 50 tot 150 cm hoog al naargelang bodemgesteldheid en vochthoeveelheid.(foto onder bij extreem droge omstandigheden en arme bodem (weiland))
Let op voor de rupsen van het koolwitje en aantastingen door bladluizen. Eens de zaden rijp zijn, kan je die oogsten en uitzaaien om nieuwe rode kolen of kiemgroenten te kweken.
PROJECT 'BEBLOEM EEN OUDE OPRIT'
Dit project is redelijk uniek, denk ik. Het bebloemen van een oude oprit. Het past volledig in het natuurvriendelijk omvormen van bestaande constructies. Ik beschikte over een oude oprit die niet of nauwelijks nog gebruikt werd door het wegvallen van de tweede wagen. De garage werd een bergruimte, maar de oude oprit ,die voortdurend vol onkruid stond vormde een groter probleem, zeker nu de goed werkende herbiciden verboden werden door hun schadelijke werking voor mens en dier. Door de jaren heen sukkelde er zand en aarde op het grijze grint en dat was voor menig onkruidzaden voldoende om wortel te schieten.
Omdat het opruimen van het onkruid tijdrovend en lastig was, koos ik voor een fleurige oplossing en ging over tot het bebloemen van de oprit. Vanzelfsprekend moet je dit niet doen met een nieuwe oprit, met nieuw grint en eentje die voortdurend bereden wordt.
Om een oude oprit te bebloemen heb je redelijk wat zaden nodig, pakjes zaden kopen wordt een kostelijk zaakje. De oplossing is ze zelf verzamelen als de bloemzaden rijp zijn. Verwijder eerst alle onkruiden, een werkje dat je zeker het eerste jaar nog moet volhouden. Let goed op het uitzicht van het onkruid , zodat je achteraf herkent wat onkruid is en wat niet.
Als je de oprit nog af en toe gebruikt, zaai dan enkel de laagste planten in het midden en de hogere enkel langs de zijkant, zodat de wagen ongehinderd zijn doorgang vindt.
Welke planten zijn geschikt? Zowat alles dat in de rotstuin groeit en pioniersplanten van braakland. Voeg daar nog de penvormende wortel planten bij die in de diepte naar vocht en voedsel gaan zoeken en je hebt al aardig wat mogelijkheden. Ik opteerde voor de zaden waarover ik in mijn eigen tuin beschikte of die ik elders verzamelde en probeerde wat lukte.
Zaai in de herfst of voorjaar of strooi ze uit als de zaden rijp zijn, wanneer het vochtig weer is. Zeker als zaailing moet de grond of wat daar voor doorgaat, voldoende nat zijn. Eens gesetteld, wordt dat minder een probleem.
Ik wou een oprit die van voorjaar tot diep in het najaar bloemen gaf en dat lukt aardig, al is niet elk stukje van de oprit altijd in bloei. Aan de zijkant kan je akelei, vingerhoedskruid, teunisbloemen, margrieten, klaprozen, vergeet-mij -nietjes, blauwe distel, muurbloemen,verbena bonariensis, kaardebol en meer zaaien...zowat alle zichzelf uitzaaiende tuinplanten die vaak aan een spleetje tussen de betegeling genoeg hebben om uit te schieten. Voor het middenstuk deden het uitstekend: bosaardbei( tot mijn grote verwondering), alyssum (schildzaad en sneeuwtapijt), oregano ,erigeron, tijm ,sempervivum en de kleurige slaapmutsjes. Er zijn er ongetwijfeld meer en naarmate de tijd vordert, hoop ik dat er een grotere diversiteit ontstaat. Wie de oprit nog als oprit gebruikt (wat bij mij niet het geval is), zal eventuele zaailingen van de grotere exemplaren uit het middenstuk moeten wieden, want de natuur spreidt zijn zaden vrij uit. Zo wordt een lelijke oude oprit een onderhoudsvriendelijke zegen voor de natuur en het zoemende volkje.
POTTOMAAT IN VERANDA
Het is niet nieuw om tomaten in potten te kweken, denk maar aan de potten met kerstomaatjes die niet groter dan een halve meter worden. Ook het kweken van tomaten in substraatzakken, zeg maar zakken potgrond waarin gaten worden gemaakt, is een bekend gegeven. De planten worden in de gaten gezet, waar ze verder als gewone tomatenplanten in serres worden opgekweekt met gesofisticeerde water- en voedseldruppelaars. Dat is waarschijnlijk wat veel gevraagd voor de hobbyist en om eerlijk te zijn ,een veranda vol potgrondzakken op de vloer, dat oogt niet zo gezellig om een eufemisme te gebruiken.
Wat ik al enkele jaren toepas, is de kweek van A tot Z van gewone hoge tomatenplanten in potten in de veranda. Zij misstaan er niet en ben je ze tegen de zomer beu of is het mooiste (zeg maar hoofdoogst )eraf dan kan je ze gewoon buiten zetten op een windbeschut plaatsje tegen bijvoorbeeld een muur.
Ik moet wel opmerken: bezin vooraleer je eraan begint: de opkweek uit zaad vang je best vroeg aan en vergt de nodige en vooral regelmatige aandacht. Ik beschik over een veranda die vorstvrij met een minimum van ongeveer 8° C wordt gehouden. Is ze niet vorstvrij, dan zal je later moeten starten. Bedenk dat je gedurende maanden voor water en voeding zal moeten zorgen, dat betekent dat je in de maanden mei tot het einde van de oogst constant in het oog moet houden of de planten nog vocht hebben. Een weekje op reis gaan zonder een plantenverzorger aan te duiden is nefast in die periode. Sommige dagen moet ik ze drie à vier keer gieten. Buiten de gewone benodigdheden voor de opkweek van zaailingen heb je een grote waterdichte pot nodig (ik gebruik er van 35 cm doorsnede) en desgewenst een iets kleinere plastic pot met drainagegaten. Voorst heb je een flinke steun nodig voor het opgroeiend gewas en koorden om ze aan te binden. Een lange bamboestok voldoet.
Schijnt de zon genadeloos in jouw veranda, dan kan een eenvoudig deurgordijn voor het verandaraam de stralen voldoende temperen voor zowel mens als plant.
Bedenk tenslotte dat de kerstomatenrassen meestal iets sneller afrijpen dan de grote rassen.
Oké, terug naar het begin. Ik start ongeveer midden januari met uitzaaien. U leest het goed , midden januari, een maand voor de Valentijnszaai. Het is dan ook de bedoeling om vroeger tomaatjes te oogsten dan bij de gewone koude kascultuur. Zaai niet te veel, tenzij jij jouw veranda vol wil stouwen met dergelijke potten. Ik zaai ze in een waterdicht bakje en plaats ze op een schotelbeschermer op de mantel van de schouw , maar een vensterbank boven de radiator of wat dan ook waar je vroege zaailingen opkweekt, voldoet. Leg er een transparant celofaantje over tot de kieming plaats heeft. Bij een temperatuur van ca 20°C kiemen zij na enkele dagen. Van dan af moeten zij zeer licht staan, wat na twee derde januari nog steeds pover is, zeker op de mantel van de schouw. Een gewone bureaulamp er net boven, lost dat probleem op. Naarmate de zaailingen groeien en de echte blaadjes verschijnen dienen zij verpot te worden in grotere potjes. Tot daar het hoofdstuk schouwmantel. Ze verhuizen dan naar de veranda ,waar het zonnetje elke dag meer aan kracht wint. Een sombere februari en maart kan stagnatie in de groei veroorzaken, maar normaal overleven ze dat wel. In een volgend stadium worden ze uitgeplant in hun definitieve potten. Plant de tomaten rechtstreeks in de grote pot of in de iets kleinere pot en plant net naast de wortelkluit de bamboe of andere steunstok. Druk die stevig aan. Als substraat gebruik ik gewone potgrond.
Als de groei herneemt, zullen spoedig de eerste bloemtrossen verschijnen. Vergeet niet de groeiende planten aan de stok te binden met bijvoorbeeld een stukje jute koord of een restje van breiwol. Eens de bloemen openen, schudt je tijdens de dag af en toe lichtjes met de steunstok, zodat de bloemen door de trillingen hun stuifmeel los laten en zichzelf bevruchten. Je speelt dus zo voor hommel. Terwijl de planten verder de hoogte ingaan, verschijnen spoedig de eerste vruchtjes. Heb je geopteerd voor grotere rassen, dan kan je best de dieven (zijscheuten) eruit halen. Bij de kerstomaten doe je dat beter niet, anders hypothecair je een rijke oogst. Wel moet je de zijscheuten ook goed aanbinden met enige voorzichtigheid, want zij groeien zwakker op en zullen gemakkelijk afbreken onder het gewicht van de tomaatjes. Zo kan je ze laten doorgroeien tot het plafond bereikt wordt, als tenminste de steunstok voldoende lang was. Top de planten tijdig want zelfs getopt groeien de stengels nog enkel centimeters verder de hoogte in. Ik doe dat meestal vlak na een bloemtros op een tien centimeters van het plafond. Als meststof kan je, als de groei goed op gang is gekomen, wekelijks een beetje vloeibare tomatenmeststof in het gietwater doen. Giet de planten steeds op het substraat en niet op het blad of wanneer je ook de kleinere potten gebruikt, in de grote pot. Dit systeem geeft een betere controle over de hoeveelheid water die beschikbaar is voor de plant. Het substraat mag best goed vochtig zijn, maar constant natte voeten (staand overtollig water) kan je best vermijden, hoe zou je zelf zijn?
Worden de planten aangetast door bladluizen of witte vlieg, gebruik dan een biologisch bestrijdingsmiddel in vloeibare vorm of zet de predatoren in (sluipwespen tegen witte vlieg, lieveheersbeestjes, gaasvliegen tegen bladluis) waarover ik eerder op mijn blog schreef...want vergeet niet dat je in de veranda bezig bent ,waarin ook jij leeft!
De oogst begint eind mei of begin juni, al naargelang de weergoden ons gunstig gezind waren.
Een leuk idee ook voor de kinderen om de tomaten te zien opgroeien, maar het vergt wel de nodige dagelijkse aandacht.
ZADEN VERZAMELEN
Als augustus in het land is, wordt het stilaan tijd om aan het verzamelen van zaden te denken. Natuurlijk is het nu voor de vroegste bloeiers al te laat. Vergeet-mij-nietjes zijn wij intussen al lang vergeten, het loof is dor en zij hebben zich vlijtig uitgezaaid, tenzij wij bij het verwijderen van het verdorde loof eraan dachten om de zaden in een plastic zak af te schudden , te drogen op een schoteltje en te bewaren of ze onmiddellijk op een andere plek uit te zaaien waar je de zaailingen ondertussen zag verschijnen. Ook de akelei en de klaproos zijn uitgebloeid en hun zaaddozen zijn wellicht al leeggeschud, zo niet kan je terug met je plastic zak opduiken. De prikneus vertoont hier en daar nog wat nabloei, de riddersporen hebben hun eerste bloeigolf achter de rug. Ook het vingerhoedskruid is uitgebloeid en dan vergeet ik nog tal van andere bloemende planten. Bij al de genoemde kan je een plastic zak gebruiken om de zaden uit te schudden. Bij bijvoorbeeld cosmos, goudsbloem en de Mexicaanse zonnebloem wacht je tot de bloemen verwelkt zijn de zaden gerijpt zijn. Wat er nog staat is dan volledig bruin. Het kan wat prutswerk zijn om de zaden te verwijderen maar het is zeker de moeite. Denk er alleen aan dat de soort misschien niet soortecht terugkomt, maar dat maakt het juist spannend en verrassend. Wie weet heb je volgend jaar een uniek exemplaar tussen jouw zaailingen. Vergeet nooit om de zaden steeds na te drogen. Bordjes en schoteltjes binnenshuis op een warme plek of in de zon zijn geschikt voor dit werkje. Eens droog doe je ze in een envelop of plastiek zakje, waarop je best soort en oogstjaar op noteert met blijvende inkt.
Ook van bepaalde groenten en kruiden kan je zaden oogsten: bij de kruiden onder meer van
peterselie, tuinkers, venkel, dille en koriander. Peterselie bloeit meestal enkel vanaf het tweede jaar. Laat de zaden goed rijpen vooraleer je ze oogst. Ook van groenten als sla, spinazie, warmoes, kolen kan je zaden verzamelen wanneer je de planten laat doorschieten en het zaad laat rijpen. Minder bekend wellicht is dat je dat ook kan bij tomaten , komkommers , courgettes, augurken en pompoenen en paprika's, maar hier moet ik toch enkele opmerkingen bij vermelden. Indien de plant tot de F1 hybriden behoort (dat is ook bij andere groenten), wil dit zeggen dat zij resultaat zijn van een bewuste kruisbestuiving van twee soorten. De zaden van zulke planten komen vaak niet soortecht terug en hervallen tot de ,zeg maar, grootouders. Dat kan dus teleurstellende resultaten opleveren, tenzij je van verrassingen houdt. Oude rassen daarentegen zijn wel geschikt om zelf zaden van te oogsten. Verwijder bij tomaten de gel met de zaden en doe het in een klein en fijn zeefje. Onder een fijn waterstraaltje wrijf je het merendeel van de gel weg, maar er blijft steeds wat rond de zaadjes hangen. Schud dan de zaadjes uit op een schoteltje of plastic dekseltje en spreid ze over het oppervlak. Eens droog (ze plakken dan aan het schoteltje) kan je ze met een klein lepeltje lospeuteren en in een plastiek zakje bewaren. Bij een plastic dekseltje hoeft dat gepruts met een lepeltje zelfs niet dank zij het flexibel materiaal.
Bij de komkommerachtigen moet je dubbel waakzaam zijn: let erop dat er geen siervariëteiten in de buurt staan, want kruisbestuiving zou wel eens giftige exemplaren kunnen opleveren...die zijn meestal ook bitter van smaak . Tweede voorwaarde is dat je de vruchten moet laten afrijpen. Jonge vruchten oogsten voor het zaad is nutteloos. Verwijder de zaden en maak ze schoon. Zijn ze nog een beetje glibberig ,dan is dat geen probleem: het vliesje dat dit veroorzaakt, droogt in de zon mooi op en kan je desnoods daarna verwijderen.
En dan is het wachten tot in het voorjaar , tenzij het twee- of meerjarigen betreft, die kan je meteen uitzaaien en hoef je zelfs niet te drogen als je dat niet wil . Bijhouden kan natuurlijk ook.
Comments